09 maart 2013
Zoals ik gisteren al verkondigde, vertrokken we vandaag weer op trip. Ditmaal zijn we vertrokken naar Nieuw Nickerie en Bigipan. Dit wou dus zeggen dat we vroeg uit ons bed moesten om om kwart voor acht klaar te staan aan 't Vat.
Eerst nog even de namen afroepen en de bagage in de koffer steken en dan konden we vertrekken. Deze keer werden we vergezeld door Manu en Hendrik (jaja, Hendrik was er weer bij :D).
Het beloofde een lange rit te worden, maar met de nodige informatie...
Zo wist Manu ons al direct iets te vertellen over de Kwattaweg en de weg naar zee...
De Kwattaweg, die Jan en ik ondertussen al wel kennen, staat in verbinding met de Oost-westverbinding. Dit wil dus zeggen dat wanneer je van het oosten van Suriname naar het westen zou willen rijden, je langs de Kwattaweg zou moeten gaan.
Ik kan me ook nog herinneren dat ik in België altijd zei dat ik in de chocowijk van Paramaribo ging wonen. :P Wel, niets is minder waar... De choco Kwatta en de Kwattaweg hebben wel degelijk iets met elkaar te maken. :)
De geschiedenis van Kwatta vindt haar oorsprong in Suriname. Daar bezat de Nederlander Gustaaf van Emden halverwege de negentiende eeuw een cacaoplantage die de naam Kwatta had.In 1877 verhuisde de heer van Emden terug naar Nederland en richtte in 1883 samen met de banketbakkerP.A. de Bondt in Breda de Chocoladefabriek De Bondt en Co op. De banketbakkers De Bondt waren in 1851 begonnen met de fabricage van suikerwerk en slaagden enkele jaren later erin om machinaal Engelse pepermunt te maken. Vanuit de Reigerstraat in Breda betrok de firma De Bondt een nieuw gebouw aan de Middellaan te Breda. Een jaar na de samenwerking ging Van Emden alleen verder met de fabriek onder de naam N.V. Stoom Cacao- en Chocoladefabriek Kwatta, genoemd naar zijn Surinaamse plantage Kwatta nabij Paramaribo, aan de Kwattaweg. In 1893, tien jaar na de oprichting, namen de gebroeders Eugène Stokvis en Jules Stokvis het bedrijf over om daarna de onderneming grondig te moderniseren en uit te breiden. In 1905 werkten er voor de onderneming slechts dertig mensen en was het aantal mannen in de meerderheid. In de daarop volgende jaren sticht Kwatta NV werkmaatschappijen in België, Duitsland en Frankrijk.
Dus de choco die wij allemaal zo graag eten, ik iets minder, heeft zijn oorsprong in een plantage aan de Kwattaweg in Suriname. :)
Wanneer je op de Kwattaweg rijdt, passeer je de weg naar zee. Officieel heet de weg de Henri Fernandesweg, vernoemd naar de vroegere eigenaar van de plantage Kwatta die deze liet aanleggen. Voor de bevolking van Paramaribo is het eenvoudig de Weg naar Zee, omdat hij op de modderige kust van de Atlantische Oceaan uitkomt.
In de eerste helft van de vorige eeuw was het gebied een paradijs voor hengelaars op kwikwi’s (een gepantserd visje) en bus’doksi’s (wilde eenden). Omstreeks 1920 werden percelen in de omgeving verhuurd aan kleine boeren die er landbouwbedrijven vestigden. Grote delen van het gebied bleven echter onontwikkeld, ondanks de woningbouwprojecten voor de westelijke uitbreiding van de stad in de jaren zestig van de vorige eeuw. In de nabijheid van de oceaan, aan het eind van de Weg naar Zee, hebben streng gelovige Hindostanen hun crematieplaats in de openlucht. Daar vlak bij staat een hindoetempel met prachtige beelden. En dat is dan ook waar wij naartoe zouden gaan. :)
Maar eerst een tussenstop in Groningen. Neeeee, wij zijn niet naar Nederland gevaren en dan terug. :P
Groningen is de hoofdstad van het district Saramacca met een hele rijke geschiedenis, een geschiedenis van Nederlandse boeren.
Hier kregen we een korte rondleiding op een plaatsje waar verschillende monumenten staan, ieder met hun eigen verhaal.
Dit is het immigratie monument uit 1973 herinnert ons aan de komst van de eerste Brits-Indische immigratie in Suriname.
Het zeilschip stelt de Lalla Rookh voor, het schip waarmee de eerste Brits-Indische immigratie naar Suriname kwamen.
Dit monument doet ons herinneren aan de onafhankelijkheid van Suriname in november 1975. Je kan hier ook duidelijk de vlag van Suriname op zien. De vraag over de betekenis achter de vlag werd dan ook gesteld en beantwoord.
Tijdens het schrijven van mijn blog ben ik dan ook even op onderzoek gegaan achter de juiste betekenis, want we kregen nogal een vaag antwoord.. En na het lezen van wat meer info, was het toch een goed idee om dit eens na te checken, want niet alles wat Manu ons vertelde over de vlag klopte. :P
De nationale vlag van Suriname werd officieel in gebruik genomen op 25 november 1975, bij de viering in het sportstadion van het bereiken van de onafhankelijkheid van het land. De vlag bestaat uit vijf horizontale strepen, van boven naar onderen in de kleuren groen (dubbele breedte), wit, rood (viervoudige breedte), wit en groen (dubbele breedte). In het centrum van de vlag bevindt zich een gele, vijfbenige ster.
Het rood symboliseert de vooruitgang en de strijd voor een beter bestaan; het wit staat voor vrijheid en gerechtigheid (vrede) en de kleur groen is symbool voor de vruchtbaarheid van het land. De ster symboliseert de hoop op een "gouden" toekomst oftewel, zoals scholieren wordt geleerd: eenheid. Volgens Surinames eerste president, Johan Ferrier, in Laatste gouverneur, eerste president (1975), is de positie van de punten nog onderwerp van debat geweest en werd ervoor gekozen twee punten omlaag te richten: 'met beide benen stevig op de grond'.
Manu wist ons ook iets te vertellen over de vijf benen van de ster, dat dit de verschillende culturen in Suriname zou voorstellen, maar na onderzoek bleek dat hij dit waarschijnlijk verwarde met de oude vlag. Waarbij er gebruik werd gemaakt van vijf sterren die dan telkens een cultuur voorstelde. Hierbij werd dan ook gebruik gemaakt van kleuren: zwart (Creolen), bruin (Hindoestanen), geel ( Javanen en Chinezen), rood (Indianen) en wit (Hollanders).
Maar goed, ik zal dan maar even verder gaan met de rest van de monumenten die we in Groningen te zien kregen. :)
Dit is het eerste monument dat verwijst naar de inheemse bevolking. Dit werd maar eerst onthuld in augustus 2009. Overal ter wereld worden de inheemse bevolkingen pas erg laat erkend als eerste inwoners, zo ook hier in Suriname.
Met dit monument willen ze toch laten merken dat ze hen nu wel als eerste inwoners erkennen.
Dit monument staat er er gelegenheid van 100 jaar afschaffing slavernij, de emancipatiedag, de dag der vrijheden, de dag van de eenheid en deKeti Koti Dei. Maar ze verwijzen allemaal naar 1 juli 1863:
De dag dat de slavernij werd afgeschaft.
Bovenaan het monument staat dan ook volgende spreuk: "WI FRI, WI DE TAN FRI". In het Nederlands vertaalt, wil dit het volgende zeggen: "wij zijn vrij, wij blijven vrij". Deze spreuk zal mij dan ook altijd bij blijven. Niet alleen voor de achtergrond van dit monument en de afschaffing van de slavernij, maar vooral omdat ik me ook zo voel hier in Suriname. IK VOEL ME VRIJ EN ZAL DAT OOK ALTIJD ZIJN !!!
Dit monument staat symbool voor de Javaanse immigratie die op 9 augustus 1890 voet aan wal zetten in Suriname. Het monument staat symbool voor kracht, ontwikkeling en vooruitgang.
Als laatste konden we het volgende monument bekijken. Bij de viering van het eeuwfeest van de kolonisatie werd in 1945 te Groningen een monument opgericht. Dit monument bestaat uit een massief bakstenen blok om te symboliseren de onverschrokkenheid, de vastberadenheid en moed van de kolonisten. Op dit blok is er een golvende plaat als symbool voor de moeilijke tijden die de kolonisten hebben door gemaakt. Boven de plaat zien we stralen van de zon die later voor de kolonisten en hun nakomelingen is gaan schijnen.
Dit monument vertelt dus de geschiedenis van de boeroes, of de Nederlandse boeren.
Op 21 juni 1845 kwamen de eerste 202 personen aan in Suriname om vervolgens door te reizen over de rivier Saramacca naar de plantage Voorzorg, een voormalige lepra-kolonie waar de te bewerken gronden zouden liggen. De Surinaamse overheid had echter niets in het kolonisatie-project gezien en de beloofde huizen voor de kolonisten waren dan ook niet gebouwd. Ook andere beloften waren niet waargemaakt: er was geen land ontgonnen, ook was er geen vee en daarnaast was de afwatering niet aangelegd waardoor het land drassig was en nog ongeschikt voor bebouwing. Er stonden slechts wat hutjes van de in 1823 verlaten lepra-kolonie en een vijftigtal noodwoningen die nog niet gereed waren. De boeren begonnen vol goede moed maar het duurde niet lang voordat er een tyfus-epidemie uitbrak waar velen aan bezweken. Zij die de tyfus-epidemie overleefd hadden trokken verder naar het dorp Groningen. Ondanks de bezwaren van Van den Brandhof trokken de jaren daarna de boeren in kleine groepjes verder, met name in de richting van Paramaribo, en men vestigde zich in dorpjes als Kwatta en Uitvlugt.
In 1853 kwam er officieel een einde aan het kolonisatieproject. Er waren 398 kolonisten uit Nederland aangekomen en in Suriname nog eens 68 kinderen geboren. Van deze groep waren er op 31 mei 1853, na afloop van de tyfus-epidemie, nog 223 in leven. Van de groep overlevenden keerden er 56 terug naar Nederland en de overgebleven groep van 167 bleef in Suriname achter en vormde de voorouders van de hedendaagse Boeroes.
De Boeroe-families dragen de namen Berkemeijer, Van Brussel, Van Dijk, Van den Eng, Gerbrands, Hoogvliet, Van der Klift, Van Leijden, Loor, Van Meteren, Nellenstein, Overeem, Van Raai, Van Ravenswaay, Rijsdijk, Rozenberg, Stolk, Tammenga, Teunissen, Veldema , Veldhuizen,Veldkamp, Wouters en Zweers. Hun nazaten wonen tot op de huidige dag in Suriname.
Van al deze cultuur en geschiedenis hadden we allemaal wat honger gekregen en werd het dus tijd voor wat lekkers. Broodjes kaas of ei met de nodige koffie en thee... Ondertussen konden we dan genieten van het prachtige zich op de Saramaccarivier.
Na deze eetpauze was het tijd va-oor een plaspauze. Dit was even moeilijker dan verwacht, want de toiletten in de lokale bars waren stuk en de politie had geen water meer. Dus zijn we de brandweer maar een handje gaan helpen en hebben we daar met z'n alle een brandje geblust.. :P
Terug het busje in, op naar de volgende tussenstop. De markt van Nieuw Nickerie. Maar onderweg hebben we eerst nog een andere stop gemaakt, bij een industrieel landbouw gebied. Dit was ooit aangelegd, maar werd niet erg lang gebruikt, met als gevolg dat het nu echt een verwaarloosde plek was.
Hier hebben we dan een korte wandeling gemaakt naar de waterkant waar we konden genieten van een stukje cake of een kipbroodje... Zoals je al merkt, was deze trip ook erg goed voorzien van versnaperingen en drank. :)
Terug de bus op en nu was de eerstvolgende stop, de markt van Nieuw Nickerie... Eens aangekomen aan het marktplein, zagen we... geen markt. :P Dit maakte dat we, na een korte plaspauze, terug de bus op gingen richting zeedijk. Daar hielden we een middagpauze met roti, maakte we een korte wandeling op de zeedijk om dan naar een Hindoestaanse tempel te gaan. Hier kregen we dan ook een woordje uitleg over de vlaggetjes die we eerder al gezien hadden in de tuinen van mensen.
Deze vlaggetjes vertegenwoordigen eigenlijk goden van het Hindoestaanse gemeenschap. Door deze vlaggetjes te laten wapperen, vereren zij bepaalde goden. Ieder bepaald vlaggetje stelt een bepaalde god voor... We mochten de tempel ook van dichterbij bekijken, maar niet betreden. Om een Hindoestaanse tempel te betreden, moet je rein zijn. Dat wil zeggen dat je geen vlees of vis gegeten mag hebben ( want als je dit wel eet, heb je geweld gepleegd), je moet op blote voeten binnengaan (want er kan letterlijk en figuurlijk viezigheid aan je schoenen hangen) en als vrouw mag je niet menstrueren (want er vallen dan brokjes, zoals Henrik het mooi verwoorde, uit)... Dus eigenlijk had ik wel binnen gemogen. :P
Daarna stapten we weer de bus op, vandaag bestond echt uit veel bus op en af en op en af... :P
Maar nu reden we richting een aanlegplaats, daar waar we de korjaal zouden nemen richting Bigipan. :D Daar moesten we alles in plastieke zakken steken om alles zo goed mogelijk tegen het water te beschermen. We hebben dan een klein stukje gevaren op de Nickerierivier om dan terug uit te stappen. We moesten namelijk de boot over een soort landbruggetje leggen om onze tocht verder te zetten.
Dan kwamen we terecht op een waterweg met langs beide kanten een prachtig uitzicht. Hier konden we dan ook met volle teugen van genieten. Onderweg konden we dan ook enkele vogels van dichtbij bekijken. Ik had wel verwacht om meer vogels en andere dieren te zien, maar je kan niet verwachten van die beestjes dat ze zichzelf tonen wanneer er vier bootjes voorbij varen. :P
Op een gegeven moment konden we langs de rechterkant een hele open vlakte, van water :P, zien. Dit was eigenlijk wel een prachtig zicht! Kale bomen, rode ibis...
Na dan ongeveer een uurtje te varen, kwamen we aan op een meer... Niet zo maar een meer, een meer met hutjes, hutjes waar wij gingen slapen. :D
Eens we op het hutje zaten, konden we onze slaapplaats klaargemaakt. Je kon kiezen tussen een plekje binnen of een plekje buiten. Ik heb gekozen voor het plekje buiten. Daar ben ik echt blij om! Een prachtig zicht en de echte geluiden van de natuur, een aanrader dus. Je wordt er spontaan gelukkig van! :D
Nadat we onze plaats in de hut veroverd hadden, werd het tijd voor een loterij. Het plan was normaalgezien dat we met z'n allen nog kaaimannen gingen spotten, maar omdat we met zo veel waren, ging dit dus niet voor de veiligheid... Jammer! Het was eerst aan de dames, we moesten gewoon een nummertje zeggen en hopen dat je het juiste nummertje zei... Katrijn was de gelukkige dame en bij de heren konden we Jan als winnaar aanschouwen. :P
Terwijl zij op kaaimanjacht waren, konden wij genieten van de prachtige sterrenhemel. Zo'n hemel had ik nog nooit gezien en daar zou ik wel iedere avond van willen genieten... :D Het prachtige zicht werd vergezeld door de nodige uitleg over de sterrenbeelden van onze aardrijkskundige, Joren.
De tijd ging snel voorbij wat ervoor zorgde dat het eten al op ons stond te wachten, saoto! mmmmmm... Na het eten zijn we maar snel terug naar buiten gegaan om daar nog wat te genieten van de omgeving en het leuke gezelschap, wachtend op de kaaimanjagers.
Op een gegeven moment zagen we in de verte een lichtje steeds dichterbij komen. Daar waren ze dan, met een kaaiman en de nodige leuke verhalen!
Ik had er wel een dubbel gevoel bij. Langs de ene kant vond ik heb wel erg interessant om een echte kaaiman te kunnen zien en om deze te kunnen aanraken. Maar langs de andere kant vond ik het ook erg zielig voor dat beestje, het wordt uit zijn habitat gehaald om dan langs alle kanten aangeraakt te worden en constant flitsen in zijn ogen te krijgen... Ik heb me dan deze keer laten leiden door het tweede gevoel, maar hoop om de volgende keer me erover te zetten en toch dat dier eens aan te raken. :)
Andere hadden wel deze kans genomen zoals bijvoorbeeld Joren. Maar de kaaiman was een beetje te sterk voor Joren, waardoor hij deze even los liet en het beestje zijn vrijheid terug probeerde te veroveren... Helaas, pindakaas! Het werd al snel terug gevangen, maar het had wel al voor de nodige paniek gezorgd... :P
Vervolgens dachten we nog te kunnen genieten van de prachtige sterren, maar de wolken dachten daar anders over... Dus zijn we maar gezellig binnen gaan zitten en werd de avond afgesloten met leuke verhalen en gesprekken vergezeld met de nodige drank en kabaal (van sommige :P).