vrijdag 8 maart 2013

Gisteren Overbridge, vandaag over the bridge...

03 maart 2013


Na het feesten van gisteren konden we vandaag toch een beetje uitslapen, maar niet tot de middaguren. We werden namelijk om half twaalf verwacht bij de meisjes van lager onderwijs voor een heus verrassingspannenkoekenverjaardagsfeestje! :P

Dus snel onze fiets op richting Phobostraat... Alles was mooi versiert met slingers en de pannenkoeken stonden al klaar. :) Na de pannenkoeken was er nog even tijd voor de laatste cadeautjes en een verjaardagsliedje op de ukelele..


Daarna trokken we allemaal naar de Leonsberg, zodat we daar de boot konden nemen naar de overkant, Nieuw Amsterdam. Daar was namelijk dit weekend een festival, waar je kon kennis maken met enkele culturen en hun klederdracht etc.

Na een klein half uurtje kwamen we aan bij de veerboot. Daar konden we dan de bootman bellen, die ons wat later naar de overkant heeft gebracht... Met onze fietsen op de boot vaarden we over de Surinamerivier richting Nieuw Amsterdam. :)


Aangekomen aan de overkant konden we direct merken dat er wel effectief iets te doen was in Nieuw Amsterdam (we waren namelijk niet zeker dat er echt wel iets te doen zou zijn). Het was nog een klein stukje fietsen om aan de ingang van het festival te komen. Daar betaalden we 3SRD om de weide op te mogen, maar deze sloot aan op het openluchtmuseum, waar je normaalgezien zelfs meer voor zou betalen.



Het festival op zich kon je een beetje vergelijken met een mini Mano Mundo. Leuke kraampjes met eten en prulledingen en wat optredens waar je kennis kon maken met verschillende culturen en hun gewoonten. Erg fijn dus!

Hier hebben we vooral kennis kunnen maken met twee culturen, langs de ene kant kon je de Javaanse cultuur bekijken en langs de andere kant van de weide de Marroncultuur...

Het optreden van de Javanen bestond uit een paardendans, of jaran kepang. Hoewel deze paardendans bij het grote publiek vooral populair is vanwege de spectaculaire manier waarop de dansers in trance raken, dieren uitbeelden en soms gras, rauwe padi, glas of gloeiende kolen eten, gaat het in wezen om een diep-traditioneel cultureel gebruik.


Aan de andere kant van de weide konden we ook genieten van een traditionele dans van de Marrons. Eerder vertelde ik al iets over de Marrons, dus jullie weten al wat over hun achtergrond. Het zijn dus weggelopen slaven van de plantages.

De term 'creool' komt uit het Spaanse 'criollos', de aanduiding van in Latijns-Amerika geboren nakomelingen van kolonisten; soms ook wel voor de afstammelingen van blanken en indianen, de z.g. mestiezen. In Suriname werden voorheen de slaven, die in het land geboren waren, creolen genoemd; thans beschouwt men alle in Suriname geboren negers en kleurlingen als creolen. De Nederlanders zijn destijds verwoede slavenhalers geweest en zochten vestigingsruimte voor hun plantages. Zij waren maar wat blij toen de Engelsen het land bij de vrede van Breda aan hun afstonden in ruil voor New York. Nu hadden zij de ruimte en werd Suriname een slavenkolonie. In snel tempo werden slaven uit Afrika naar Suriname verscheept als werklui voor de koffie- en suikerplantages van de Nederlanders. In de loop der tijd wenden deze 'creolen' aan hun nieuwe omgeving en introduceerden hun Afrikaans geloof met vele 'winti's', geesten. Sommige slaven vroegen hun geesten om hulp bij het vluchten uit de plantage. Zo werd iedere zaterdagavond, onder toeziend oog van de plantage-eigenaren en negeropzichters, tot diep in de nacht dansfeesten gehouden. Tot groot vermaak van de slavenhouders.

Tijdens het optreden konden we genieten van een dans die banya word genoemd, een typisch Afrikaanse dans.


Hieronder vind je een historisch verhaaltje over de Creolen wat mij wel heel interessant lijkt.

In het plaatsje Rac a rac (De oude suikerplantage is allang buiten gebruik. Thans (2002) is daar de houtconcessie van de heer Amoksi), gelegen aan de Surinamerivier ongeveer 40 km vanParamaribo, werd de 'banya' gedanst, een typisch Afrikaanse dans. Er werd gezongen en de drums waren van veraf te horen. Met de slagen van de drums werden bepaalde boodschappen uitgewisseld. Tijdens een 'winti-prei', een rituele dans ter ere van de goden, werden verschillende 'winti's' opgeroepen, zoals de 'kromanti's, apuku's, bus ingi's en Papa Gadu'. De negers raakten in extase en spraken af tussen drie en vier uur te vluchten. Volgens de archieven vond dit voorval plaats in 1882 maar de familie, de creoolse nakomelingen van deze groep, denkt dat het veel later is gebeurd. De twee families vluchtten het bos in en vestigden zich in het plaatsje Roorak (eveneens een plantage), aan de Surinamerivier, dicht bij het bauxietstadje Paranam. Kort na de afschaffing van de slavernij (1863), woonden daar nog zo'n tweehonderd weggelopen slaven, in de volksmond 'bakabusi-negre' (negers die achter het bos wonen) genoemd. De twee belangrijkste families waren toen Landfeld en Babel. De plantage-eigenaren probeerden 'hun bezit' terug te krijgen en vielen het kamp aan. Het kamp stond onder leiding van de broers Broos (41) en Kaliko (28). De eerste vrouwen van het 'kamp Broos en Kaliko' waren Ma Uwa en haar dochter Ma Ambe, respectievelijk de moeder en de zuster van Broos en Kaliko. Zij waren nog meisjes toen zij in Suriname arriveerden. Hoe de meisjes in handen van de slavenhandelaren terechtkwamen is niet bekend, maar over de reis naar Suriname wist Ma Uwa dat zij geboeid lag op het onderdek van het slavenschip, waar zich nog twee of drie broers en een zus bevonden. In Suriname werden zij aan verschillende plantage-eigenaren verkocht. Destijds had deze Afro-Surinaamse familie, en Ma Uwa en Ma Amba een behoorlijke kennis van geneeskrachtige kruiden, natuurvolk als zij waren. Zij maakten 'obia's', magische middelen, van 'lowisa-wiwiri', lowisa bladeren. Met deze obia's waren de slaven in staat de manschappen van de Nederlanders al op behoorlijke afstand te horen aankomen. Ma Uwa maakte een amulet voor de slaven en als zij die droegen waren zij 'immuun voor de kogels van de blanken'. Nog steeds gebruiken de bosnegers een dergelijke amulet van ijzer om hun arm. Ma Uma haalde de afschaffing van de slavernij niet. Volgens de verhalen van de bosnegers is zij na haar dood teruggevlogen naar Afrika.

Tijdens het festival zijn we ook een kijkje gaan nemen in het openluchtmuseum van het fort en de omgeving. :)



Even een weetje... Het bier wordt hier niet gebrouwen, het groeit hier aan de bomen! :)

   

Rond zes uur was het festival plots gedaan. Dus werd het voor ons ook eens tijd om terug de fiets te pakken en richting Paramaribo te trekken. Hiervoor wouden we den andere overzet nemen, zo konden we ook een andere fietsroute nemen en nog wat genieten van de indrukken van de omgeving. Dus we trokken richting Meerzorg. 

Onze tocht terug bleek achteraf toch wat moeilijker dan we verwacht hadden. Op de tocht naar Meerzorg had Elena last van een lekke band. We hebben dan gebruik gemaakt van de Surinaamse hulpvaardigheid en belde aan bij een man met een grote pick up. Eerst aarzelde hij even, maar uiteindelijk probeerde hij dan de band te plakken, zonder baat... Ondertussen wist de man ons ook te vertellen dat het vandaag zondag was. Op zich is daar niets speciaal aan, maar op zondag varen blijkbaar de boten op Meerzorg niet meer zo laat... PROBLEEM!!! De enige twee opties die we hadden was terug fietsen naar Leonsberg, of de gigantisch hoge brug over fietsen... Wat hebben we gedaan, jaja, die brug over! :D

Enkelen hebben gebruik gemaakt van de vriendelijke man om hen en hun fietsen naar Paramaribo te brengen. We bleven met zes over, Elena ( die gebruik maakte van een andere fiets), Jan, Steffen, Joren, Jasmine en ik.


Het was nog een klein stukje fietsten voor we bij de brug kwamen. Dan begon het echte fietswerk! Als eerste ben ik vertrokken en als laatste bereikte ik de top. :P Onder constant gejuich en getoeter, is iedereen aan de top geraakt met de fiets. Ik heb wel het laatste stukje, helaas, te voet moeten doen, omdat mijn benen niet meer wilden meewerken. :P (Maar dit zal ik tijdens dit avontuur nog wel eens goed maken aan mezelf.)

Eens we boven aangekomen waren, konden we genieten van een prachtig uitzicht over Paramaribo! De straten waren helemaal verlicht en dit konden we ook zeggen van de hemel.. Wat een sterren dat we daar konden zien. Echt prachtig! Het was het zwoegen en zweten echt wel waard...

Na een korte adempauze begonnen we aan de daling. Dit met onze voet constant op de rem (ja, hier remt met met een achteruittrapremsysteem). Wat een ervaring, zeker een aanrader voor de durvers!

We zijn dan nog even langs het kdg-huisje gestopt om terug wat energie op te doen om dan vervolgens snel naar in ons bed te kruipen, waar we konden genieten van de welverdiende rust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten